Auteur: | Marjan Buyle; Michiel Heirman; Lode De Clercq; Walter De Backer; Paul Huvenne; Herman Van Den Bossche. |
---|---|
Titel: | M & L Jaargang 14/3 |
Volume: | M & L Jaargang 14/3 |
Jaar van uitgave: | 1995 |
Uitgever: | VIOE |
Korte inhoud: | Generiek Marjan Buyle – Een kermis is een geseling waard. Voorstellingen van het vagevuur in de monumentale kunst. [Representations of the purgatory in monumental art.] Op kerkhoven, veelal aangebracht tegen koormuren, waren voorstellingen van deze vrijwel onontkoombare louteringsplaats geenszins ongewoon.Heden vaak miskend zoniet verdwenen, wist Marjan Buyle een representatief aantal onder hen opnieuw te identificeren.De eenmalige conserveringsbehandeling van dergelijk Vagevuur in Lokeren resulteerde tegelijk in een te veralgemenen diagnose. Michiel Heirman – Versteende harmonie. Het fronton van de Muntschouwburg. [The fronton of the Royal Mint theatre in Brussels.] Spijts prille ontwerpen van de beeldhouwers Rude en Godecharle, bleef het fronton van de Brusselse Muntschouwburg na de inhuldiging in 1819 nog tientallen jaren onbemand.Slechts in 1854 wist de bejubelde Simonis met zijn volplastische allegorie van de menselijke hartstochten en tot meerdere voldoening de leemte op te vullen. Zijn zwanenzang, naar zou blijken, waar luidens Michiel Heirman zelfs de daaropvolgende verwoestende brand geen vat op zou hebben. Lode De Clercq – Het tympaan van de Sint-Jakob-op-de-Koudenbergkerk op het Koningsplein te Brussel. [The tympan of the Saint Jacob Coudenberg church in Brussels.] Onduidelijkheid blijft bestaan nopens het beeldhouwwerk dat ooit - en tot de Franse revolutie - het fronton sierde van de classicistische Sint-Jakob-op-de-Koudenbergkerk te Brussel. Het vervangende Triniteitssymbool zou pas vanaf 1850 door J.F. Portaels worden overschilderd met een monumentaal, aan de Heilige Maagd gewijd tafereel, in de nog experimentele waterglastechniek. Niet zozeer het falen van de techniek nochtans, stelt Lode De Clercq, maar veeleer het iconografisch programma zouden leiden tot vinnige kritieken en opmerkelijke, door de kunstenaar zelf later aangebrachte retouches. Walter De Backer, Paul Huvenne en Herman Van Den Bossche – De tuin van het Rubenshuis in Antwerpen: een historische evocatie. [The garden of the Rubens house in Antwerp: a historical evocati.] Hoe Rubens zijn eigen tuin in Antwerpen ooit heeft gestoffeerd valt nauwelijk nog te achterhalen, al leverde wat intensiever speurwerk wel enkele verhelderende aanwijzingen op.Duidelijk is alvast dat een eerste, in 1946 afgesloten reconstructiepoging in de goede bedoelingen bleef steken, maar bovendien inzake respectvol beheer heel wat te wensen overliet.Ongetwijfeld waarheidsgetrouwer is de recente heraanleg waarbij Walter De Backer, Paul Huvenne en Herman Van den Bossche nauw betrokken waren. Summary M&L Binnenkrant |
Bron: | s.n. 1995: Monumenten en Landschappen 14/3, Brussel, 56 p. + 15 p. ISSN 0770-4948 |
Uri: | https://id.erfgoed.net/infocat/publicaties/569 |
Bestand: | https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/MENL/143/MENL143-001.pdf ( 78.65MB ) |
OAI2-PMH (XML): | oai:oar.onroerenderfgoed.be:MENL143-001 |
Bibliotheek: | Exemplaar in catalogus |