Detail

Auteur:De Groote, Koen; De Maeyer, Wouter; Moens, Jan; Quintelier, Kim; Van Cleven, Fanny; Vanden Berghe, Ina; Vernaeve, Wilfried.
Titel:Het karmelietenklooster van Aalst (prov. Oost-Vl.) (1497-1797): het gebouwenbestand, de begravingen en het fysisch-antropologische onderzoek
Volume:Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen 8
Jaar van uitgave:2011
Uitgever:VIOE
Korte inhoud:Naar aanleiding van de geplande bouw van een ondergrondse parkeergarage, werd in 2004-2005 een deel van de Hopmarkt in Aalst archeologisch onderzocht. Dit archeologisch project, het grootste ooit in de Aalsterse binnenstad, was een samenwerking tussen het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE, nu OE) en het stadsbestuur van Aalst. De Hopmarkt was oorspronkelijk een veel kleiner plein en heette de Veemarkt. Het zuidelijke, opgegraven deel van de huidige Hopmarkt was in de middeleeuwen bebouwd. Aan de burgerlijke bewoning ten zuiden van de Veemarkt kwam eind 15de eeuw een einde door de inplanting van een klooster. In 1497 kregen de karmelieten van Liedekerke de toestemming om hun klooster te verplaatsen naar de binnenstad van Aalst. Na de Franse Revolutie werd het in 1797 opgeheven en werden de gebouwen verkocht. De kloosterkerk kreeg uiteindelijk een nieuwe bestemming, onder andere als schouwburg, een functie die ze behield tot de afbraak in 1936. Het kloosterpand werd opgedeeld in een tiental woonhuizen, die pas na de Tweede Wereldoorlog verdwenen. Een deel van de westelijk gelegen gronden, waar zich de kloostertuinen en de boomgaard bevonden, werd in 1808 omgevormd tot een plein: de Botermarkt. In 1872 besliste het stadsbestuur om op deze plaats een overdekte markt te plaatsen, die in 1953 opnieuw afgebroken werd.
Naast enkele prehistorische sporen en resten leverde het archeologisch onderzoek een zeer grote hoeveelheid gegevens op voor de verschillende middeleeuwse en postmiddeleeuwse occupatiefasen, daterend van de 12de tot de eerste helft van de 20ste eeuw. Door de omvangrijkheid van de opgravingsgegevens is het onmogelijk de volledige studie en publicatie ervan in één keer uit te voeren. De resultaten van het onderzoek zullen verschijnen in verschillende deelstudies, waarvan dit artikel het eerste is. Deze bijdrage bestudeert enerzijds alle gegevens over de bouwgeschiedenis van het klooster en anderzijds de begravingen die er plaatsgevonden hebben, waarbij zowel de studie van de graven en de grafvondsten als de resultaten van het fysisch-antropologische onderzoek uitgebreid aan bod komen. De archeologische resultaten worden zoveel mogelijk geconfronteerd met de geschreven bronnen, met de bedoeling een zo coherent mogelijk beeld te geven van de geschiedenis van het klooster en van de begravingen die er plaatsvonden.
Deze studie kan een wezenlijke bijdrage betekenen in de visie rond het ontstaan en de groei van stedelijke kloosters van bedelorden in het algemeen en van het Aalsterse karmelietenklooster in het bijzonder.
Bron:De Groote K., De Maeyer W., Moens J., Quintelier K., Van Cleven F., Vanden Berghe I. & Vernaeve W. 2011: 'Het karmelietenklooster van Aalst (prov. Oost-Vl.) (1497-1797): het gebouwenbestand, de begravingen en het fysisch-antropologische onderzoek', in: Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, volume 8, pp. 83-250, Brussel.
ISSN 1783-6425
Uri:https://id.erfgoed.net/infocat/publicaties/265
DOI:https://doi.org/10.55465/FKRG7872
Bestand:https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/RELT/8/RELT008-003.pdf ( 9.75MB )
OAI2-PMH (XML):oai:oar.onroerenderfgoed.be:RELT008-003
Bibliotheek: Exemplaar in catalogus