Detail

Auteur:Sevenants W.; Devroe A.; Langohr R.; Hish Mikkelsen J.; Vannieuwenhuyze B..
Titel:Archeologische evaluatie en waardering van de site Keizersberg (Leuven, provincie Vlaams-Brabant)
Volume:Archeologische evaluatie en waardering van de site Keizersberg (Leuven, provincie Vlaams-Brabant)
Jaar van uitgave:2010
Uitgever:Triharch
Korte inhoud:De Keizersberg maakt deel uit van de zuidelijke heuvels van het Hageland die de stad Leuven in het noorden omringen en gekenmerkt worden door steile hellingen en plateauvormige heuveltoppen. Voordat de mens op grote schaal op de Keizersberg ingreep, moeten deze hellingen heel wat minder steil geweest zijn. De dominante positie van de Keizersberg – de stad overschouwend en prominent zichtbaar vanuit de benedenstad – heeft de mens steeds aangetrokken. Omwille van de topografische kenmerken van de Keizersberg is niet uit te sluiten dat op deze plaats een versterking heeft gestaan in de ijzertijd, de Romeinse periode of de vroege middeleeuwen. Tot nu toe ontbrak hiervoor echter elke aanwijzing. Ook deze studie van de gekende archeologische waarnemingen en vondsten heeft geen bewijzen kunnen aanleveren van menselijke activiteit op de Keizersberg van vóór einde 12de/begin 13de eeuw. Het booronderzoek geeft echter aan waarom dergelijke vondsten (nog) niet aangetroffen werden. Grote delen van het plateau van de Keizersberg zijn vanaf de 13de eeuw immers verschillende meters opgehoogd. Een bevestiging van deze hypothese wordt geleverd door de vondst van enkele aardewerkfragmenten in een proefsleuf die uit de ijzertijd, de Romeinse periode of de vroege middeleeuwen dateren. Dit verklaart ook het feit dat het geofysisch onderzoek in deze zone geen anomalieën aangaf die konden verbonden worden met in de ondergond aanwezige muren en funderingen. De veelvuldige aanwezigheid van stortlagen op grote delen van de Keizersberg en haar hellingen zijn getuigen van de eeuwenlange menselijke bouwijver en de daarmee samenhangende ingrepen in de bodem. Hiervan zijn de middeleeuwse hertogelijke burcht, de commanderij van de tempeliers (opgevolgd door de hospitaalridders), en de 2de stadsomwalling de exponenten op de Keizersberg. De burcht werd waarschijnlijk opgericht in het begin van de 13de eeuw door hertog Hendrik I van Brabant. Het archeologisch onderzoek heeft dit niet kunnen bevestigen noch weerleggen. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat de burcht één of meerdere voorlopers kende. Indien op de Keizersberg een neerhof als onderdeel van een motte aanwezig was, is het denkbaar dat er, als voorloper van de burcht en misschien zelfs op dezelfde locatie gelegen, ook een opperhof heeft gelegen. Indien het opperhof op de plaats van de burcht lag, zal hiervan waarschijnlijk elk spoor uitgewist zijn door de bouw van de burcht en het graven van de gracht er omheen. De expansie- en defensiepolitiek van de hertogen van Brabant ging immers gepaard met de uitbouw van een administratie en de oprichting van burchten. Qua architectuur is de hertogelijke burcht van de Keizersberg een typevoorbeeld van de ronde hoogteburchten. De burcht was aan de west-, noord- en oostzijde omgeven door een brede en diepe (droge) gracht. In de 13de eeuw was Leuven nog de onbetwiste hoofdstad van het hertogdom Brabant, al zou het tij snel keren. Na de opname van het hertogdom van Brabant door achtereenvolgens het Bourgondische (1430) en Habsburgse rijk (1482) en na het insluiten van de site binnen een nieuwe stadsomwalling vanaf 1357, verbleven machthebbers als Keizer Karel (1ste helft 16de eeuw) en de aartshertogen Albrecht en Isabella (eind 16de – begin 17de eeuw) slechts kort en sporadisch in de burcht, die werd beheerd door lokale kasteelheren. Door de verminderde status van de burcht, was er ook minder aandacht (en geld) voor onderhouds- en herstellingswerken. De burcht had immers stabiliteitsproblemen en bleef niet gespaard van branden. Hierdoor trad vanaf het midden van de 17de eeuw een fase van verval in, met sloopactiviteiten en ruiming van ingestorte delen. In het oostelijk deel van de Keizersberg bevond zich de commanderij. Deze zou opgericht zijn door de tempeliers tussen 1184 en 1220, dus nog voor de bouw van de burcht. De kapel van de commanderij was aan Sint-Niklaas gewijd, maar vanaf het midden van de 15de eeuw werd ze meestal Sint-Janskerk(je) genoemd gezien de kerk toen herbouwd werd. In die periode was de kerk een drukbezocht pelgrimsoord. Van de commanderij is op zich niet veel bewaard gebleven. Naast de “schapenstal” en een waterput, bevinden zich nog een aantal (keer)muren en dagzomende funderingen op het terrein van de commanderij. Verspreid over het terrein bevinden zich ook nog bouwelementen die hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn van de gebouwen van de commanderij. In de ondergrond zitten echter heel wat meer resten van de commanderij bewaard. Het proefsleuvenonderzoek binnen deze zone heeft aangetoond dat er inderdaad resten van bebouwing van de 13de tot de 20ste eeuw in de ondergrond aanwezig zijn. Deze resten bevinden zich onmiddelijk onder het maaiveld en zijn dus zeer kwetsbaar voor nieuwe bodemingrepen. De vondst van twee menselijke skeletten uit de periode 13de tot 18de eeuw bewijzen dat er binnen deze zone ook een begraafplaats was, waarschijnlijk rondom de Sint-Niklaas/Sint-Janskerk. Ook het geofysisch onderzoek gaf tal van aanwijzingen naar funderingen, wegen,... in de bodem die in verband kunnen gebracht worden met de commanderij én de bebouwde zone van die commanderij mee kunnen helpen afbakenen. Bij de bouw van de 2de stadsomwalling rond Leuven (14de eeuw) kwam de Keizersberg binnen de stad te liggen (intra muros). Het bureauonderzoek heeft aangetoond dat een deel van de 2de stadsomwalling binnen de site van de Keizersberg was gelegen. Deze wal was al grotendeels weg gegraven vóór de aanleg van de Ludenscheidsingel in 1972. Er zijn echter aanwijzingen dat er nog funderingen in de bodem aanwezig kunnen zijn. Het bureauonderzoek heeft aangetoond dat van de 12de tot de 20ste eeuw nog op andere plaatsen (resten van) bebouwing stond op de Keizersberg. De visuele terreinopname en het booronderzoek heeft verder ook aangetoond dat de grondstoffen van de Keizersberg ook door de mens ontgonnen werden en een grondige bodemkundige studie reveleerde de aanwezigheid van uitzonderlijk goed bewaarde “hortizolen”, bodems die zich ontwikkeld hebben onder grond die lange tijd (> 500 jaar) in gebruik was als moestuin. Ook zones op de Keizersberg waar geen bebouwing is geweest kunnen dus toch een hoge erfgoedwaarde hebben. Op basis van deze en nog meer resultaten en van een waardering op basis van de criteria besluit het rapport dat deze archeologische site een hoge inhoudelijke, vormelijke en belevingswaarde heeft en het areaal van de Keizersberg in aanmerking komt voor bescherming. De synthesekaarten opgesteld op basis van de resultaten van dit onderzoek, kunnen dienen voor het opstellen van een erfgoedbeheersplan voor deze site.
Bron:Sevenants W., Devroe A., Langohr R. & Hish Mikkelsen J. & Vannieuwenhuyze B. 2010: Archeologische evaluatie en waardering van de site Keizersberg (Leuven, provincie Vlaams-Brabant). Triharch, Erps-Kwerps, 210 pp.
Uri:https://id.erfgoed.net/infocat/publicaties/316
Bestand:https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/STUA/14/STUA014-001.pdf ( 61.54MB )
OAI2-PMH (XML):oai:oar.onroerenderfgoed.be:STUA014-001
Bibliotheek: Exemplaar in catalogus