Detail

Auteur:Anne Gorlé; Lode De Clercq; Claudine Houbart; Elke Otten; Janet Naylor; Andrew Naylor; Marika Ceunen; Marc Vanderauwera; Catheline Metdepenninghen.
Titel:M & L Jaargang 24/6
Volume:M & L Jaargang 24/6
Jaar van uitgave:2005
Uitgever:VIOE
Korte inhoud:Anne Gorlé en Lode De Clercq – Het Martelaarsmonument in Brussel. De restauratie van de crypte en het marmeren beeldhouwwerk. [The Martyrs’ monument in Brussels. Restoration of the crypt and marble sculptures.]
Omsingeld door de bezetter wisten de opstandelingen in Brussel tijdens de septemberdagen 1830 met hun gesneuvelden geen blijf. Het Sint-Michielsplein werd hun grafkuil en een monument met crypte zou ten eeuwige dage de ‘helden’ van de revolutie eren. 175 jaar later vertoonden de Vrijheid en Belgische Leeuw zorgwekkende barsten en scheuren, hadden de Engelen van de Strijd en de Overwinning te kampen met versuikering en woekerden micro-organismen op de witmarmeren reliëfs van Guillaume Geefs. Met het oog op de herdenkingsplechtigheden dit najaar, ondernam de Regie der Gebouwen in ijltempo de delicate instandhoudingswerken. An Gorlé en Lode De Clercq getuigen hiervan uit eerste bron.

Claudine Houbart (vertaling Herman van den Bossche) – De kolom op het Congresplein. [The Column on the Congress place in Brussels.]
Teneinde de verdiensten van het Nationaal Congres levendig te houden, besliste de regering in 1849 een herdenkingszuil op te richten, bekroond door de Grondwet ten-voeten-uit. Kritische reacties bleven niet uit, niet zozeer omwille van de buitenmaatse, door Joseph Poelaert bedachte hoogte, doch veeleer omwille van de beoogde inplanting op het Brusselse Panoramaplein. De mooi ogende, maar zwart patinerende en weinig duurzame zandsteen van Herzogenrath bleek dan weer een zware misrekening, met vrijwel meteen en sindsdien onafgebroken instandhoudingswerken tot gevolg.Een schrijnend verhaal, zo leert ons Claudine Houbart, waarvan de jongste restauratiecampagne door de Regie der Gebouwen voorzeker niet het laatste hoofdstuk vormt.

Elke Otten i.s.m. Janet en Andrew Naylor – Het monument ter nagedachtenis aan de Britse officieren, onderofficieren en soldaten gesneuveld in 1815 bij de slag van Waterloo, begraafplaats van Brussel, Evere. [The monument in memory of Britsh officers and soldiers, fallen in 1815 in the Battle of Waterloo. Brussels cemetery in Evere.]
De 50ste verjaardag van Queen Victoria in 1887 vormde de aanleiding tot de realisatie van een sinds 1861 gekoesterd project: de oprichting van een waardig memoriaal voor de nog verspreid gelegen, bij Waterloo in 1815 gesneuvelde Britse militairen. De stad Brussel stelde haar begraafplaats ter beschikking, beeldhouwer – met Britse roots – Jacques de Lalaing sleepte de opdracht in de wacht, en drie jaar later vonden de stoffelijke resten vooralsnog hun eindbestemming.De fascinerende beeldengroep, uitgevoerd in galvanoplastie en derhalve geschraagd door ijzeren prothesen, droeg in zich nochtans de kiemen van zijn verval. Aan de onafwendbare, flegmatisch nauwkeurig voorbereide restauratie, leverde Elke Otten een verdienstelijke bijdrage. Haar relaas van op de frontlijn.

Marika Ceunen en Marc Vanderauwera – Wat een monument lijden kan… Oprichting, lotgevallen en restauratie van het oorlogsmonument op het Martelarenplein in Leuven. [What a monument can suffer...Construction, fortunes and restoration of the war memorial on the Martelarenplein (Martyrs’ Place) in Leuven.]
Openbare monumenten laten weinigen onberoerd, maar zelden blijven ze een eeuw na oprichting dermate de gemoederen verhitten als het WO I-monument op het Leuvense Martelaarsplein. Een controversiële Prijskamp, wrijvingen met de Koninklijke Commissie, vermeende grootheidswaanzin en immoraliteit, en niet in het minst de moedwillige verminking – door de weergekeerde Duitse bezetter – van de bas-reliëfs van Marcel Wolfers, brachten de integriteit van het gedenk-teken herhaaldelijk in het gedrang. Een moedige beleidsbeslissing, gevolgd door een niet vanzelfsprekende restauratie-optie, zo stellen Marika Ceunen en Marc Vanderauwera elk vanuit hun invalshoek.

Catheline Metdepenninghen – “Met de voeten in de stijgbeugels de ruimte rondschijveren”. De honderdste verjaardag van een Kortrijkse paardenmolen. [The centennial of a Courtrai (Kortrijk) merry-go-round.]
Een houten paardenmolen als verjaardagsgeschenk. Het overkwam de Kortrijkse school Onze-Lieve-Vrouw-ter-Engelen in 1905, want België vierde toen zijn 75ste jubileum. Moedig standhoudend, maar dakloos en weinig scrupuleus verminkt, is de charmante eeuweling hoogdringend aan een lifting toe. Een oproep uit Catheline Metdepenninghen’s hart.

Summary
Bron:s.n. 2005: Monumenten, Landschappen en Archeologie 24/6, Brussel, 84 p. + 23 p.
ISSN 0770-4948
Uri:https://id.erfgoed.net/infocat/publicaties/630
Bestand:https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/MENL/246/MENL246-001.pdf ( 98.14MB )
OAI2-PMH (XML):oai:oar.onroerenderfgoed.be:MENL246-001
Bibliotheek: Exemplaar in catalogus