@article { AIVT002-000, year = {1993}, title = {Inhoud, Woord vooraf}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {5--7}, url = {https://doi.org/10.55465/PCKC1610}, abstract = {}, keywords = {}, author = {Sauwens, , Johan} } @article { AIVT002-001, year = {1993}, title = {Laat-Paleolithicum op de Luienberg te Assent (gem. Bekkevoort, prov. Brabant)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {11--20}, url = {https://doi.org/10.55465/WBWP2784}, abstract = {In september 1989 werd op de Luienberg te Assent-Bekkevoort door het Laboratorium voor Prehistorie van de K.U. Leuven een kleinschalige opgraving (80 m²) ondernomen. Het onderzoek spitste zich toe op een sector waar sinds 1982 door de heer S. Panis van het Oudheidkundig Genootschap TESTA (Tessenderlo) steentijdmateriaal werd ingezameld. Het betrof een lithisch ensemble dat ten dele jong- of laat -paleolitihische kenmekern vertoonde. In totaal werden 541 artefacten opgegegraven.}, keywords = {}, author = {De Bie, , Marc and Huyge, , Dirk and Vermeersch, , Pierre M.} } @article { AIVT002-002, year = {1993}, title = {Een ceremoniële bijl uit het Maasgrind. Een bijdrage over Noord-Europese invloeden in de Bronstijd der Lage Landen.}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {21--39}, url = {https://doi.org/10.55465/LTLJ7566}, abstract = {Onderzoek naar de distributie van afgewerkte produkten buiten het gebied met hun grootste concentratie naar die streken waar de nodige grondstoffen voor hun produktie totaal ontbreken, leidt steeds tot ideeën over handel, contacten of mogelijke spanningsvelden tussen aangrenzende en/of verwante culturen. Bij meerdere gelegenheden vestigde J. J. Butler de aandacht op diverse fenomenen die aan deze processen ten grondslag liggen. Zowel in het handelsverkeer of, zachter uitgedrukt, de contacten tussen Noord- en Centraal-Europa doorheen Noord-Duitsland en Noord-Nederland enerzijds, als deze tussen Atlantisch Noordwest-Europa en op zijn beurt weer Nederland en Duitsland blijkt niet alleen het Scheldebekken een rol gespeeld te hebben. Vooral vanaf de midden Bronstijd bevindt de Maasvallei zich in het spanningsveld tussen het Sögel-Wohldecomplex en de Vroege Tumuluscultuur in het noordoosten en de Hilversum-Drakensteincultuur, die in westelijke richting tot aan de Atlantische kust reikt.}, keywords = {}, author = {Van Impe, , Luc and Verlaeckt, , Koen} } @article { AIVT002-003, year = {1993}, title = {De inheems-Romeinse begraafplaats van Wijshagen-Plokrooi (gem. Meeuwen-Gruitrode, prov. Limburg). Interimverslag}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {41--53}, url = {https://doi.org/10.55465/BZVR3511}, abstract = {Op het grondgebied van de gemeente Meeuwen-Gruitrode, en haar deelgemeenten Meeuwen, Gruitrode, Neerglabbeek, Ellikom en Wijshagen, ligt een aantal belangwekkende archeologische monumenten en vondstcomplexen. Bijvoorbeeld de laatmesolithische kampementen In den Damp, de eind vorige eeuw onderzochte grafheuvel uit de Bronstijd de Tuudsheuvel en enkele sinds lang bekende, maar slecht gedocumenteerde protohistorische begraafplaatsen, Gielisheide, Perriten, Luythegge, Donderslag en Soetebeek. Enkele jaren geleden kwam de deelgemeente Wijshagen dan weer in het nieuws met het onderzoek in Rieten. Niet alleen de resultaten van het onderzoek in de grafheuvelnecropool met enkele Keltische adelsgraven en de groep brandgraven uit de latere IJzertijd, maar ook de resten van de Romeinse cultusplaats met de grote kollektie metalen votiefgiften -munten, bronzen armbanden en mantelspelden - droegen bij tot een vernieuwd beeld van het verleden van de streek. Meerdere akkerkomplexen, zgn. Celtic Fields, op luchtfoto's o.a. waargenomen op de Muisvennerheide en de Ophovenerheide, hebben zonder twijfel een belangrijke rol gespeeld in de economie van de streek gedurende de IJzertijd en de Romeinse periode.}, keywords = {}, author = {Creemers, , Guido and Van Impe, , Luc} } @article { AIVT002-004, year = {1993}, title = {Faunaresten uit de late IJzertijd, Romeinse periode en late middeleeuwen te Wange (gem. Landen, prov. Brabant)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {55--64}, url = {https://doi.org/10.55465/BNWM2644}, abstract = {De Afdeling Archeologie van de K.U. Leuven heeft in de afgelopen jaren, in het kader van een onderzoeksprojekt rond de bewoningscontinuiteit in Oost-Brabant, verscheidene sites onderzocht die nieuwe elementen met betrekking tot deze problematiek zouden kunnen opleveren. Het site te Wange "Damekot" is één van deze plaatsen waar getracht werd, met een relatief beperkte opgraving, een maximaal aantal gegevens te verzamelen. Het onderzoek van de faunaresten van dit site, draagt hopelijk bij tot het vormen van een diachronisch totaalbeeld van het site en van de regio.}, keywords = {}, author = {Van Neer, , Wim and Lodewijckx, , Marc} } @article { AIVT002-005, year = {1993}, title = {Het oudheidkundig bodemonderzoek aan de Hondsstraat te Tongeren (prov. Limburg). Interimverslag 1989}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {65--88}, url = {https://doi.org/10.55465/DLPU5935}, abstract = {In 1989 besloot de stad Tongeren om op een terrein aan de Hondsstraat een administratief centrum met ondergrondse parkeergarages aan te leggen. De gemeentelijke overheid, zelf eigenaar van het terrein, verleende toestemming om, na de afbraak van de bestaande gebouwen en voor de aanvang van de nieuwbouw, gedurende een zestal maanden een noodopgraving te doen. Dat deze onderneming tot een goed einde kon worden gebracht, is te danken aan de samenwerking van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium met de provincie Limburg (Provinciaal Gallo-Romeinse Museum) en de stad Tongeren. In de periode van juli 1989 tot januari 1990 werd ca. 3/4 van het bedreigde areaal nonderzocht.}, keywords = {}, author = {Vanderhoeven, , Alain and Vynckier, , Geert and Vynckier, , Patrick} } @article { AIVT002-006, year = {1993}, title = {Het oudheidkundig bodemonderzoek aan de Kielenstraat te Tongeren (prov. Limburg). Interimverslag 1990-1993. Deel 1. De vóór-Flavische bewoning}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {89--146}, url = {https://doi.org/10.55465/JYPE5662}, abstract = {Van 1990 tot 1992 is de opgraving van het terrein op de hoek van de Kielenstraat en de Predikherenstraat systematisch verdergezet, slechts onderbroken door perioden van regen of vorst. Alle kleine werkputten, de nrs. 1 tot 16, zijn nu afgewerkt en ook vier grote, de nrs. 17 tot 20, werden volledig afgegraven. Daarmee is ongeveer 3/4 van het terrein onderzocht. De opgraving van het resterende kwart is voorzien voor 1993.}, keywords = {}, author = {Vanderhoeven, , Alain and Vynckier, , Geert and Ervynck, , Anton and Cooremans, , Brigitte} } @article { AIVT002-007, year = {1993}, title = {Versierde terra sigillata van Elewijt 2 (gem. Zemst, prov. Brabant)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {147--173}, url = {https://doi.org/10.55465/ZHCK1292}, abstract = {In 1953 publiceerden F. Vaes en J. Mertens een artikel over de terra sigillata van Elewijt, een vrij belangrijke Romeinse vicus nabij Mechelen. Ondertussen werd deze Brabantse gemeente geregeld bezocht door amateurarcheologen die er op meerdere plaatsen langsheen de Waverse Baan galloromeinse archaeologica opgroeven, waaronder zowel versierde als onversierde terra sigillata. Gezien het aantal (141) van de sinds 1953 ontdekte TS-scherven het eerste lot zelfs overtrof, rees stilaan de idee om een vervolg te schrijven op de studie van Vaes en Mertens, die 122 TS-scherven omvatte.}, keywords = {}, author = {Vanderhoeven, , Michel and Vandenberghe, , Stephane} } @article { AIVT002-008, year = {1993}, title = {Mijten (Acari) als ecologische indicatoren in de archeologie. Onderzoek op de Romeinse vindplaats Oudenburg (prov. West-Vlaanderen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {175--189}, url = {https://doi.org/10.55465/TEHV4244}, abstract = {Paleo-ecologie kan als deeldiscipline van de paleontologie worden omschreven als de studie van de interacties die het voorkomen en de abundantie van fossiele organismen bepaalden. Het onderzoek kan zich ook richten op organische resten uit archeologische vindplaatsen alhoewel in dat geval de vraagstelling nogal vaak beperkt is tot een praktische toepassing van het ecologisch onderzoek, met name een reconstructie van het milieu, zowel in als rond een vroegere menselijke woonplaats. In het eerste geval kan men bv. de organische vervuiling van een woonplaats trachten na te gaan, in het tweede kan men het type van natuurlijke vegetatie rond het site achterhalen. De denkwijze van het ecologisch onderzoek op actueel materiaal is precies andersom als bij het onderzoek van archeologische vondsten. Waar actuele ecologen het voorkomen van soorten in verschillende biotopen vergelijken teneinde de ecologische kenmerken te achterhalen die voor hun verspreiding verantwoordelijk zijn, zal de 'environmental archaeology' trachten een vroeger milieu te reconstrueren door de ecologische karakteristieken van het op een vindplaats aangetroffen soortenspectrum te analyseren.}, keywords = {}, author = {Schelvis, , Jaap and Ervynck, , Anton} } @article { AIVT002-009, year = {1993}, title = {De verspreidingsgeschiedenis van de huiskat: een bijdrage uit Vlaanderen}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {191--194}, url = {https://doi.org/10.55465/FOQC6649}, abstract = {Archeozoölogie beperkt zich niet tot de studie van beenderen aangetroffen bij de opgravingen van menselijke woonplaatsen. Ook andere indicaties van de aanwezigheid en activiteit van de vroegere fauna behoren tot het studiegebied. Knaag- en bijtsporen op allerlei voorwerpen, hoefafdrukken in fossiele bodems of gangen van gravende dieren in archeologische profielen zijn daarvan goede voorbeelden.}, keywords = {}, author = {Ervynck, , Anton and Pieters, , Marnix} } @article { AIVT002-010, year = {1993}, title = {Speuren onder het sportveld. Romeinse en middeleeuwse sporen ten zuiden van de Stedebeek te Oudenburg (prov. West-Vlaanderen). Interimverslag 1990-1992}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, url = {https://doi.org/10.55465/HGFT2252}, abstract = {In het begin van de jaren 1990 werden door het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium opnieuw opgravingen verricht te Oudenburg. Dit onderzoek, uitgevoerd met medewerking van het stadsbestuur, concentreerde zich op terreinen gelegen ten zuiden van de historische stadskern, binnen het in herziening gestelde bijzondere plan van aanleg nr. 4: wijk sportcentrum. Als belangrijkste blikvangers vermelden we hier de inplanting van een nieuwe verkaveling op de terreinen gelegen achter de bebouwing langsheen de Westkerksestraat en de bouw van een sporthal langs de Bekestraat.}, keywords = {}, author = {Hollevoet, , Yann} } @article { AIVT002-011, year = {1993}, title = {Germanic Settlers at Sint-Gillis-Waas ? (Prov. of East-Flanders)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {209--221}, url = {https://doi.org/10.55465/ZTZO9652}, abstract = {In april 1990, J. Bourgeois (Ghent University) noticed a few pits and post-holes of different size within the limits of a new clay extraction pit along the Reepstraat at Sint-Gillis-Waas. The distribution of some of the post-holes suggested the distinct plans of timber buildings and one of the pits contained hand-made pottery very similar tot Migration Period ceramics recovered from the northern parts of Germany and the Netherlands, and to some early Anglo-Saxon pottery of eastern Britain. Consequently the Archeologische Dienst Waasland decided to set up a rescue-excavation in advance of further clay-extraction. Financial support from the NV SIDMAR enabled the investigation of approximately 15.000 m².}, keywords = {}, author = {Hollevoet, , Yann and Van Roeyen, , Jean-Pierre} } @article { AIVT002-012, year = {1993}, title = {Een nieuwe vroeg-middeleeuwse nederzetting te Roksem (stad Oudenburg, prov. West-Vlaanderen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {223--226}, url = {https://doi.org/10.55465/LRNZ8868}, abstract = {Het gebied van de Hoge Dijken te Roksem/Zerkegem, gelegen op de grens tussen Polders en Zandstreek, is vanuit landschappelijk oogpunt bijzonder interesant. De kern ervan bestaat uit niveo-eolische pleistocene zandruggen\ndeze maken deel uit van een veel groter complex dat zich grosso modo uitstrekt van Gistel en Oudenburg in het westen tot het Waasland in het oosten. Omwille van hun rijkdom aan zand werden deze ruggen vroeger al te vaak aangetast door onoordeelkundige afgravingswerken, maar ook vandaag wordt nog vaak zand gewonnen, niettegenstaande het gebied, volgens de gewestplannen, geen deel meer uitmaakt van een ontginningsgebied.}, keywords = {}, author = {Hollevoet, , Yann} } @article { AIVT002-013, year = {1993}, title = {Een luchtfoto opgegraven. Middeleeuwse landelijke bewoning langs de Meersbeekstraat te Snellegem (gem. Jabbeke, prov. West-Vlaanderen). Interimverslag 1992}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {227--235}, url = {https://doi.org/10.55465/WHQQ6230}, abstract = {In het kader van het onderzoeksproject naar de Romeinse en middeleeuwse bewoning is in het Houtland heel wat onderzoek verricht in de regio Brugge-Oudenburg. Hierbij lag vaak de nadruk op de westelijke helft van het gebied, met onder meer opgravingen te Oudenburg zelf en in de deelgemeente Roksem. Recent is ook het gebied tussen Jabbeke en Brugge meer aan bod gekomen. Dit resulteerde in de ontdekking, bij werfcontroles, van verscheidene nieuwe vindplaatsen, onder meer in Jabbeke en Varsenare, maar vooral in het preventief onderzoek van een bedreigde site langs de Meersbeekstraat te Snellegem. Deze vindplaats leverde vooral sporen op uit de vroege en volle middeleeuwen en vormt een belangrijke aanvulling voor onze kennis van de landelijke bewoning in het gebied tijdens deze periode.}, keywords = {}, author = {Hollevoet, , Yann} } @article { AIVT002-014, year = {1993}, title = {Archeologisch onderzoek op het "Speelhof" te Borgloon (Provincie Limburg)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {237--246}, url = {https://doi.org/10.55465/VRBB9593}, abstract = {Herinrichtings- en verfraaiingswerken op het "Speelhof" te Borgloon vormden de aanleiding tot een beperkt controleonderzoek in de historische kern van de stad. De korte campagne ving aan op 1 juli 1991 en werd afgesoten op 13 september van hetzelfde jaar. De positieve rol van het stadsbestuur van Borgloon wensen wij hier te benadrukken, door wiens toelating en technische ondersteuning de opgraving mede werd mogelijk gemaakt.}, keywords = {}, author = {Wouters, , Werner} } @article { AIVT002-015, year = {1993}, title = {Archeologisch onderzoek te Raversijde (stad Oostende, prov. West-Vlaanderen). Interimverslag 1992}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {247--264}, url = {https://doi.org/10.55465/ZPAY1263}, abstract = {Van eind april tot eind september 1992 ondernam het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP) in nauwe samenwerking met het Provinciebestuur van West-Vlaanderen, een eerste opgravingscampagne te Raversijde. Deze eerste campagne was vooral verkennend van aard en had de bedoeling na te gaan wat er nog bewaard is van het laat-middeleeuwse en vroeg-post-middeleeuwse vissersdorp Walraversijde op de in functie van de uitbouw van het Toeristisch Recreatiepark (TRP) onteigende percelen.}, keywords = {}, author = {Pieters, , Marnix} } @article { AIVT002-016, year = {1993}, title = {De kerk van de Cisterciënzer Sint-Bernardusabdij te Hemiksem (prov. Antwerpen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {265--278}, url = {https://doi.org/10.55465/BZTG8314}, abstract = {Op een afstand gezien bieden de nog resterende gebouwen van de vroegere St-Bernardusabdij een majestueuze indruk. Prachig gelegen aan de grote Scheldebocht straalt de abdij een innerlijke rust uit temidden van de moderne industrie. Van nabij echter blijkt duidelijk hoe de kloostergebouwen na een luisterrijke geschiedenis van acht eeuwen in zeer gehavende toestand de laatste 200 jaar hebben doorstaan. Sinds 1978 verlaten en ten prooi aan de vernielzucht van vandalen, bevinden de gebouwen zich momenteel in een erbarmelijke toestand.}, keywords = {}, author = {Annaert, , Rica} } @article { AIVT002-017, year = {1993}, title = {De crypte van de voormalige abdijkerk te Sint-Truiden (prov. Limburg)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {279--296}, url = {https://doi.org/10.55465/TKXO9325}, abstract = {In het kader van het herwaarderingsprojekt van de adbijkerksite te Sint-Truiden werd van juni tot medio-september 1992 de crypte van de Ottoonse abdijkerk aan een archeologisch onderzoek onderworpen. De opgraving werd uitgevoerd door het IAP in opdracht van en in nauwe samenwerking met de Stad Sint-Truiden. De site is gelegen in het centrum van de stad. Het ontstaan en de ontwikkeling van de Benedictijnenabdij en de Stad Sint-Truiden zijn nauw met elkaar verbonden.}, keywords = {}, author = {Van Bellingen, , Stephan} } @article { AIVT002-018, year = {1993}, title = {Van abtswoning tot monnikenverblijf. Een bouwhistorische en archeologische benadering van de abtswoning van de O.L.V. Ten Duinenabdij te Koksijde (prov. West-Vlaanderen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {297--314}, url = {https://doi.org/10.55465/NEFI4077}, abstract = {Nogal wat mensen gaan ervan uit dat het gebouwencomplex van de Duinenabdij in de loop van de 13de eeuw in één ruk tot stand werd gebracht. Niets is minder waar! Tot diep in de 16de eeuw werd er heftig aan gesleuteld en werden de gebouwen aangepast aan de recentste noden en inzichten van de bewoners. Dit gegeven is historisch al in ruime mate belicht, alleen was de informatie niet altijd getoetst aan de bewaard gebleven restanten.}, keywords = {}, author = {Dewilde, , Marc and De Meulemeester, , John} } @article { AIVT002-019, year = {1993}, title = {Bijbelfiguren en monsters in tinglazuur. De tegelvloer uit de prelatuur van de O.L.V Ten Duinenabdij te Koksijde (prov. West-Vlaanderen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {315--334}, url = {https://doi.org/10.55465/NPSM7488}, abstract = {Bij de opgravingen in de Duinenabdij, geleid door P. Schittekat, werd in 1954 in de prelatuur of abtswoning een tegelvloer vrijgelegd. Zonder dat het goed tot hen doordrong hadden de opgravers een unieke vondst gedaan, waarvan het belang nooit volledig werd begrepen.}, keywords = {}, author = {Dewilde, , Marc and Ervynck, , Anton} } @article { AIVT002-020, year = {1993}, title = {Het afval van de Rijke Klaren. Noodonderzoek in de voormalige abdij van Beaulieu te Petegem (gem. Wortegem-Petegem, prov. Oost-Vlaanderen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {335--412}, url = {https://doi.org/10.55465/DTCH9868}, abstract = {De abdij van Beaulieu is gesitueerd op de linkeroever van een oude Scheldemeander, ongeveer 1 km stroomafwaarts van de Karolingische curtis ('t Oude Kasteel) van Petegem. Ze is gelegen in de alluviale vlakte, op de zuidoostelijke rand van een kleine zandopduiking.}, keywords = {}, author = {De Groote, , Koen} } @article { AIVT002-021, year = {1993}, title = {Twee laat-middeleeuwse mallen in ceramiek uit Aalst (prov. Oost-Vlaanderen)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {413--417}, url = {https://doi.org/10.55465/YYOW2139}, abstract = {Bij een kleine noodopgraving in 1986, uitgevoerd rechtover de hoofdingang van de Sint-Martinuskerk te Aalst, werden verschillende laat-middeleeuwse sporen aangesneden w.o. een aantal kuilen. Eén van deze kuilen bevatte naast grote hoeveelheden laat-middeleeuws grijs aardewerk ook een mal in ceramiek. Uit de laag die deze kuil afdekte werd een tweede mal gerecupereerd. De jongste vondsten die in associatie met deze mallen gevonden werden dateren uit de 15de eeuw, waarschijnlijk zelf uit de tweede helft van de 15de eeuw. Het betreft meer bepaald een gebruikte beker uit Siegburg en verschillende wandscherven van Rijnlands steengoed met zoutglazuur. De overweldigende meerderheid van het materiaal stamt echter uit de 14de eeuw. Twee mijten van Lodewijk van Nevers (1322-1346) verschaffen een terminus post quem.}, keywords = {}, author = {De Swaef, , Walter and Pieters, , Marnix} } @article { AIVT002-022, year = {1993}, title = {De voedselvoorziening in de Sint-Salvatorsabdij te Ename (stad Oudenaarde, prov. Oost-Vlaanderen) I. Beenderen onder een keukenvloer (1450 - 1550 A.D.)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {419--434}, url = {https://doi.org/10.55465/XTQG8319}, abstract = {De abdij te Ename is gelegen aan de rechteroever van de Schelde, ten noord-oosten van de stad Oudenaarde. Het klooster, behorend tot de benedictijnenorde, werd opgericht in de periode 1063 - 1070 A.D., door Boudewijn V, graaf van Vlaanderen. De stichting groeide in de 12de-13de eeuw uit tot een imposant gebouwencomplex. In 1578 - 1582 A.D. vernielden Gentse Calvinisten grote delen van het klooster, waarna de heropbouw, in de loop van de 17de eeuw langzaam op gang kwam. Tenslotte kwam de abdij in 1795 aan haar eind door de Franse Revolutie.}, keywords = {}, author = {Ervynck, , Anton and Van Neer, , Wim} } @article { AIVT002-023, year = {1993}, title = {De Sint-Laurentiuskerk van Ename (stad Oudenaarde, prov. Oost-Vlaanderen): een vroeg- 11de-eeuws symbool van stabilitas regni et fidelitas imperatoris}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {435--470}, url = {https://doi.org/10.55465/NKLU2213}, abstract = {Haaks op het langgestrekte, groene marktplein van Ename staat de Sint-Laurentiuskerk, een brok breukstenen architectuur waarvan het bouwhistorische belang, pas onlangs erkend werd. Dit is merkwaardig omdat de kerk zowel qua bouwconcept als qua ornament meer verdient dan wat ze tot voor keert kreeg: een datering in de 12de eeuw.}, keywords = {}, author = {Callebaut, , Dirk} } @article { AIVT002-024, year = {1993}, title = {Typologie et dendrochronolgie des toitures de l'église Saint-Laurent à Ename (Oudenaarde, prov. de Flandre Orientale)}, publisher = {IAP}, volume = {2}, journal = {Archeologie in Vlaanderen, Tijdschriften}, pages = {471--480}, url = {https://doi.org/10.55465/BTOO7320}, abstract = {Objet de cette étude était l'analyse dendrochronologique et l'étude typologique concernent les toitures les plus anciennes encore en place sur le chœr et une partie de la nef centrale de l'église. La question était notamment de savoir si la datation de ces toitures permettait de revoir la chronologie de l'église dans son ensemble.}, keywords = {}, author = {Hoffsummer, , Patrick} }